Hoger onderwijs Bahái’s is doelwit Iraanse autoriteiten

Op 21 mei jongstleden hebben Iraanse autoriteiten invallen gedaan in 30 woningen welke de Bahá’i gemeenschap gebruikt voor een eigen  onderwijsprogramma. Zeker 14  mensen zijn gearresteerd in Teheran, Karaj, Isfahan en Shiraz. “Het feit dat deze actie in meerdere steden tegelijk plaatsvond wijst erop dat het een gecoördineerde actie was”, aldus Diana Ala’i, die de internationale Bahá’í-gemeenschap vertegenwoordigt bij de Verenigde Naties in Genève.

Het wordt de Bahá’i gemeenschap in Iran sinds 1987 verboden om hoger onderwijs te volgen. In Iran is er sprake van een ‘Moral Selection Regulations for University Entrance Applicants’ welke onderwijs enkel openstelt aan Islam volgelingen of aan volgelingen van andere erkenden religies. Het Bahá’I geloof wordt door de Iraanse autoriteiten niet erkend waardoor deelname aan universiteit en hogeronderwijs wordt uitgesloten. Als reactie is de ‘Bahá’í Institute for Higher Education (BIHE) ’ opgericht welk een alternatief biedt voor de systematische  ontzegging van het onderwijsrecht.

Het is niet de eerste keer dat BIHE wordt aangevallen door de Iraanse autoriteiten. Een zware klap werd toegediend in 1998, toen 36 leden van de BIHE-faculteit en staf werden gearresteerd. Veel materiaal en archiefstukken, die waren ondergebracht in meer dan 500 huizen, werden in beslag genomen. Ook in 2001 en 2002 kreeg BIHE te maken met acties van de Iraanse overheid. Deze aanvallen en de Iraanse beleidslijn om Bahá’í-jongeren te beletten hoger onderwijs te volgen, zijn wereldwijd scherp veroordeeld door regeringen, academici, vertegenwoordigers van de Verenigde Naties, maatschappelijke organisaties en anderen.

Artikel 18 van het Internationaal verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, welke in 1975 door Iran is geratificeerd, erkent dat “eenieder het recht heeft op vrijheid van denken, geweten en godsdienst zowel in het openbaar als in het particuliere leven”. De VN Mensenrechtenraad heeft benadrukt dat dit ook opgaat voor jonge en nieuwe religies. Het Bahái geloof is de jongste wereldreligie met ruim zes miljoen aanhangers.

Daarnaast behelst artikel 13 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, welke Iran ook in 1975 heeft geratificeerd, dat “eenieder het recht op onderwijs heeft”, en dat “algemeen beschikbaar en voor allen toegankelijk dient te worden gemaakt”. Zowel in juridische als in praktische zin  heeft Iran bewezen haar internationale verplichtingen niet te voldoen. Het Bahái geloof wordt systematisch uitgesloten van het publieke systeem waardoor etnische en culture uitroeiing plaatsvindt. De invallen van afgelopen weekend wijzen op een beleidsmatig en vooropgezet plan om de Bahái gemeenschap in private sferen te vervolgen.

Bron: Bahái gemeenschap Nederland, International Campaign for Human Rights, Internationaal verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten.