Op woensdag 1 september organiseerde het Netherlands Iranian Business Association (NIBA) een informatiemiddag over de nieuwe EU-sancties tegen Iran en hoe die de Nederlandse handelsrelaties treffen. Tijdens de bijeenkomst werden ongeveer 100 zakenlieden geïnformeerd over de beperkingen voor het bedrijfsleven die de nieuwe maatregelen met zich mee brengen. Een dag later ging Frank van Dalen, voorzitter van het Iran Comité op Radio 1 in discussie met de voorzitter van het NIBA, Michel Raas. Terwijl Raas sprak over de Nederlandse handelsbelangen wijdde Van Dalen uit over de noodzaak de grove mensenrechtenschendingen en illegale uraniumverrijking door Iran te bestraffen.
Bij de informatiemiddag in het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH) in Den Haag gaven vertegenwoordigers van de Nederlandse Ministeries van Economische Zaken en Financiën toelichting op de nieuwe sancties. De aanwezigen werd op het hart gedrukt dat voortgaande handel met Iran hen bemoeilijkt zou worden. Alle transacties komen onder hevige inspecties te staan, voor iedere leverantie is een vergunning en bestemmingsmelding verplicht. Ook pogingen om de sancties via een tussenstation te omzeilen, zoals de Verenigde Arabische Emiraten, worden sterk afgeraden. Een dergelijke opzet behelst een overtreding van de sancties en ook hierop wordt nauwe controle uitgevoerd. Daarnaast zullen bedrijven die zich niet aan de regelgeving houden op een zwarte lijst worden gezet. Eén van de overheidsvertegenwoordigers beaamde dat hij verwacht dat als Iran zich zal blijven verzetten tegen internationale verplichtingen, het op den duur een boycot riskeert.
Op donderdag 2 september trad Frank van Dalen, voorzitter van het Iran Comité op Radio 1 in discussie met Michel Raas, voorzitter van het NIBA. Raas betoogde hierbij dat de nieuwe sancties tegen Iran het Nederlandse bedrijfsleven meer benadelen dan de Iraanse. Volgens Raas kunnen de Iraanse bedrijven hun handelsrelaties tenslotte verleggen naar andere landen waardoor de Europese bedrijven de concurrentieslag verliezen. Van Dalen reageerde hierop door er op te wijzen dat de nieuwe sancties internationaal breed worden gedragen en ook door Rusland en China worden gesteund. “Het is dan logisch dat bedrijven die handel drijven met Iran hier last van hebben”, aldus Van Dalen. Het is noodzakelijk om het regime in Teheran te bestraffen vanwege haar voortdurende schending van mensenrechten en internationale verdragen en het dreigen Israël van de kaart te vegen, voegde de voorzitter van het Iran Comité hier aan toe. Gevraagd over de belemmeringen op het betalingsverkeer voor onschuldige handel met Iran, antwoordde Van Dalen dat “als je die geldstromen niet goed controleert loop je het risico dat die middelen worden afgetapt om het nucleaire programma verder te ontwikkelen en het onderdrukkingsapparaat in stand te houden.”
Eind juli stelde de Europese Unie in navolging op sancties van de VN-Veiligheidsraad, nieuwe sancties in tegen Iran. Deze sancties richtten zich voornamelijk op de export van technologie in de energiesector, het betalingsverkeer, transport en verzekeringen. De strafmaatregelen werden ingesteld omdat Teheran weigert inzicht te verschaffen in haar nucleaire programma en doorgaat met het verrijken van uranium. Eerder stelden ook de Verenigde Staten al nieuwe sancties in tegen Iran. Het westen en de IAEA, de atoomwaakhond van de VN, beschikken over aanwijzingen dat Iran aan atoomwapens werkt. De Islamitische Republiek ontkent dit en beweert dat haar nucleaire programma vreedzame doeleinden dient.
Beluister hier de discussie op Radio 1 tussen Frank van Dalen en Michel Raas.
