In zijn speech voor de Algemene Vergadering van de VN zoekt de Iraanse president Rouhani toenadering tot het Westen. Alvorens dat te specificeren haalt hij impliciet uit naar Israel, door stil te staan bij het Israelisch-Palestijns conflict. Tegen de Palestijnen wordt, zegt hij, “structureel geweld” uitgeoefend. “Zelfs met het begrip Apartheid kunnen de misdaden en institutionele agressie tegen de Palestijnen niet beschreven worden”. Daarna schetst hij hoe het conflict over het Iraanse atoomprogramma opgelost kan worden. Het onvervreemdbare recht van Iran om uranium te verrijken dient te worden erkend. Alle actoren dienen gezamenlijk twee doelstellingen na te streven, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. (1) Het nucleaire programma van Iran, mag – evenals dat van alle andere landen – alleen worden aangewend voor vreedzame doeleinden. (2) Daartoe dient het recht van Iran om in Iran zelf uranium te verrijken geaccepteerd te worden. In zo een context is Iran bereid om onmiddellijke onderhandelingen te starten. Iran is er niet op uit de spanningen met de VS te verergeren.
Zie voor volledige tekst: The full text of Rohani’s address to the UNGA
