Uitspraken over het bombarderen van Iran, die PVV-Kamerlid Wim Kortenoeven op dinsdagavond in de Tweede Kamer deed, hebben tot consternatie geleid. Tijdens de bespreking van de begroting Buitenlandse Zaken zei de heer Kortenoeven dat de regering de dreiging van een nucleair bewapend Iran niet serieus genoeg neemt. Volgens Kortenoeven moet rekening gehouden worden met de noodzaak om een “oorlogshandeling te verrichten om dit regime tot staan te brengen.”
De volgende dag suste Kortenoeven het vuurtje door te benadrukken dat hij beslist geen oorlogssfeer wilde creëren. Hij lichtte zijn uitspraken toe als een herinnering aan de PVV-motie uit 2008 waarbij werd gevraagd een pre-emptieve Amerikaanse of Israëlische aanval op Irans nucleaire faciliteiten te steunen.
Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken zei dat wat de regering betreft een aanval op Iran niet aan de orde is. Oppositiepartijen haastten zich om de Minister te kritiseren omdat hij niet eerder en duidelijker afstand nam van het PVV standpunt. PVDA-Kamerlid Frans Timmermans wees op de gevaren van dergelijke uitspraken voor het Nederlandse imago in het buitenland. De Iraanse ambassade reageerde vandaag door het beleid van de PVV “oorlogszuchtig, weerzinwekkend en racistisch” te noemen. Volgens de ambassade zijn de uitspraken “niet in het belang van Nederlanders.”
Het Iran Comité deelt de mening van Minister Rosenthal dat een aanval op Iran niet de gewenste koers is. Het comité steunt sancties en economische diplomatie als middelen om het Iraanse regime te dwingen mee te werken met de internationale gemeenschap om de nucleaire crisis rond Iran op te lossen. Iran zegt dat haar nucleaire programma louter civiele doeleinden dient, maar weigert openheid van zaken te verschaffen om aanwijzingen te ontzenuwen dat het aan een kernbom werkt.
Bron: NOS, de Volkskrant
