Het democratische gehalte van de Islamitische Republiek Iran heeft deze week wederom een dieptepunt bereikt met de verdwijning van oppositieleiders Mir Hossein Mousavi en Mehdi Karroubi en hun echtgenotes. Deze leiders van de Groene Beweging stonden al sinds midden februari onder huisarrest, maar zijn maandag volgens oppositiebronnen uit hun huis gehaald. Afgelopen dinsdag organiseerde de oppositie demonstraties tegen de detenties. Duizenden mensen gingen de straten op om te betogen, maar werden met traangas uiteen gedreven. In Teheran zouden meer dan 200 demonstranten zijn opgepakt.
Verschillende bronnen melden dat de oppositieleiders zijn overgeplaatst naar de militaire Heshmatiyeh gevangenis in Teheran. De Iraanse autoriteiten ontkennen dat de twee zijn gearresteerd en claimen dat de oppositieleiders gewoon nog in hun huizen zijn.
In de Tweede Kamer hebben het CDA en de PvdA inmiddels van minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal om opheldering gevraagd. Tevens werd de minister opgeroepen om het Iraanse regime onder druk te zetten om de vrijlating van de oppositieleiders te bevorderen. De International Federation for Human Rights (FIDH) en de League for the Defence of Human Rights (LDDHI) hebben aangekondigd een aanklacht tegen Iran in te dienen bij de VN werkgroep voor gedwongen en onvrijwillige verdwijningen (UNWGEID).