Van 21 tot 23 november zou UNESCO in Teheran Wereld Filosofie Dag vieren. De directeur-generaal van UNESCO, Irina Bokova, zei vorige week de bijeenkomst af te gelasten omdat het secretariaat niet volledig was ingelicht over alle aspecten van dit evenement. Volgens Bokova was niet aan alle voorwaarden voldaan om een succesvolle VN conferentie te organiseren. Het in Teheran plaatsvinden van de dag van de filosofie, waarbij vrijheid van meningsuiting centraal zou moeten staan, zou een belediging zijn voor alle mensen die in Iran het zwijgen wordt opgelegd. Sinds de verkiezingen van 2009 is de onderdrukking van dissidenten en mensenrechtenactivisten in Iran alleen maar toegenomen.
Verschillende organisaties hebben zich ingezet om de toewijzing aan Iran van een zetel in de vrouwenraad van de VN te voorkomen. De internationale gemeenschap heeft de behandeling van vrouwen en minderheden in Iran herhaaldelijk veroordeeld. Als Iran zitting zou nemen in de raad zou dat alleen de waarde van de raad verminderen. De Iraanse Nobelprijs winnares Shirin Ebadi zei dat toelating van Iran tot de raad “een grap” zou zijn. Volgens Human Rights Watch zou een Iraanse zetel het verkeerde signaal zenden aan vrouwen overal ter wereld. Toewijzing van de zetel aan Iran leek gegarandeerd, maar op het laatste moment besloot ook Oost-Timor naar de zetel mee te dingen. Die kreeg het Oost-Aziatische land toegewezen. Saudi-Arabië, waartegen dezelfde bezwaren als tegen Iran werden gemaakt, verkreeg echter wel een zetel.