IAEA: Iran breidt nucleaire capaciteit snel uit

Op nucleair gebied overwint Iran in snel tempo allerlei technologische hindernissen. Bovendien is het Iraanse programma om uranium te verrijken substantieel in omvang en kwaliteit toegenomen. Dat zegt een alarmerend rapport van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) dat vorige week verscheen.

De meest in het oog springende component van het Iraanse nucleaire programma bestaat uit de fasegewijze verrijking van uranium, uit de grondstof ‘yellow cake’ (die in Iran zelf wordt gedolven). De afgelopen vier maanden heeft Iran de productie van laag verrijkt uranium (LEU) ongeveer verdubbeld. De aldus ontstane voorraad kan relatief snel worden opgewaardeerd, met ultracentrifuges, naar het kwaliteitsniveau dat nodig is voor nucleaire wapens. “Door het steeds verder verrijken van laag verrijkt uranium, naar materiaal met een zuiverheid van 93% of meer, creëert Iran het potentieel om een kernbom te maken”, bevestigt ook Paul Rusman (hoogleraar aan de universiteit van Groningen en Utrecht). Enkele dagen voor de publicatie van het IAEA-rapport onthulde de Britse krant Daily Telegraph dat tussen de vijftig en zestig ton LEU is ‘verdwenen’ uit de opwerkingsfabriek in Isfahan en daarmee onttrokken aan controle van de IAEA.

Plutoniumbommen

Volgens het nieuwe IAEA-rapport is het aantal in bedrijf zijnde Iraanse ultracentrifuges gegroeid naar 3800 en is de efficiency van de machines toegenomen. Daarnaast zet Iran steeds meer geavanceerde centrifuges in, waarmee het verrijkingsproces twee tot vijf keer sneller gaat dan met oudere modellen. De tweede kerncomponent van het Iraanse nucleaire programma is de nieuwe zwaarwaterreactor in de stad Arak. De IAEA vermoedt dat die faciliteit inmiddels operationeel is. Zwaarwaterreactoren kunnen gebruikt worden voor de productie van plutonium-239. Daarmee kan een type kernwapens worden gemaakt waarbij het gecompliceerde proces van uraniumverrijking niet nodig is. Overigens werd dit ‘tweesporenbeleid’ tijdens de Tweede Wereldoorlog ook door de VS bewandeld. Hirosjima werd weggevaagd door ‘little boy’, een bom met een kern van 64 kilo hoogverrijkt uranium, en Nagasaki door ‘fat man’, een bom met een kern van acht kilo plutonium. Volgens de IAEA heeft Iran waarschijnlijk hulp heeft gehad van buitenlandse deskundigen bij het experimenteren met detonators (ontstekers) voor nucleaire wapens. Het is voor het eerst dat de IAEA zo specifiek verwijst naar mogelijke buitenlandse betrokkenheid bij een veronderstelde militaire fase van het Iraanse nucleaire programma.

Sanctiebeleid

Het nieuwe IAEA-rapport geeft aan dat ‘de klok’ op vijf voor twaalf staat. De internationale gemeenschap kan de nucleaire bewapening van Iran mogelijk nog tegenhouden met een intensief economisch, diplomatiek en politiek sanctiebeleid. Vooral economische sancties van Westerse landen kunnen effectief zijn omdat de Iraanse economie in technologisch opzicht van het Westen afhankelijk is. Het alternatief bestaat uit uiterst riskante militaire acties van Israel en/of de Verenigde Staten. Teheran heeft de afgelopen weken meerdere malen herhaald dat in dat geval de olietoevoer naar het Westen een zware slag zal worden toegebracht en dat Israel en Amerikaanse doelen in het Midden-Oosten zullen worden aangevallen. De internationale sancties waaronder Teheran al enige tijd gebukt gaat hebben al grote gevolgen. Dat blijkt uit een recent rapport van het Internationaal Monetair Fonds IMF en werd onlangs openlijk toegegeven door het hoofd van de Iraanse Kamer van Koophandel, Mohammed Nahavandian. Die sancties zijn inmiddels verscherpt. Zo heeft de EU vorige maand het Iraanse bankwezen in de tang genomen. De tegoeden van de grootste Iraanse handelsbank, Bank Melli, werden bevroren en exportkredieten voor Iran worden beperkt. Bovendien zal binnen de EU het toezicht worden vergroot op goederentransporten via de Iraanse staatsbedrijven Iran Air Cargo en de Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL). IRISL, dat vorige week ook door een totale Amerikaanse boycot werd getroffen, vaart overigens niet op Nederlandse havens.