Het Iran Human Rights Documentation Center heeft onlangs een rapport uitgebracht over de verkrachtingen die plaats vinden of hebben gevonden in Iraanse gevangenissen. Het Iran Comité biedt u een Nederlandse samenvatting aan van het rapport ‘Surviving Rape in Iran’s Prisons’. Het volledige rapport is op onderstaande link te vinden. De getuigenissen kunnen schokkend zijn.
Het rapport gaat in op twee vrouwen en drie mannen die bereidwillig waren ooggetuigen verklaringen af te leggen. Hiervan zijn er vier verkracht en één persoon werd bedreigd met verkrachting en werd gedwongen verkrachtingen bij te wonen. Drie van de verkrachtingsslachtoffers waren politieke activisten waarvan één aan het begin van de revolutie en de overige twee gedurende de laatste periode. Alle verkrachtingen waren van gewelddadige aard en onderdeel van zogenoemde gang verkrachtingen. Daarnaast werd één gevangenen seksueel geëxploiteerd door een bewaker.
De verkrachtingen van Iraanse gevangen kwam aan het licht toen in het detentiecentrum Kahrizak, net buiten Teheran, gegil van jonge demonstranten werd gehoord. Hierop werden brieven geschreven naar Ayatollah Rafsanjani die vervolgens besloot de gevangenis te sluiten. De bekende in ballingschap wonende Iraanse advocate Shadi Sadr stelde dat deze verkrachtingen geen ‘ongelukken’ zijn maar onderdeel is van het regime sinds de Iraanse Revolutie van 1979. Een voormalig Basij lid vertelde dat verkrachtingen binnen de Iraanse Revolutionaire Garde als onderdeel wordt gezien van een beloningsysteem voor het neerslaan van de demonstraties. Het verkrachten van kinderen valt hier ook onder en wordt gezien als Fath Al Moin (een overwinningsmiddel).
In de jaren ’80 hebben zowel Amnesty International als de Verenigde Naties hun zorgen geuit over de verkrachtingen van zowel politieke gevangenen als etnische en religieuze minderheden. De meest schokkende zaak stamt uit 1982 waarbij in de Evin gevangenis 70 mensen zijn geëxecuteerd. Daarnaast zijn er tijdelijke huwelijken afgegeven voor vrouwelijke gevangen zodat verkrachtingen ‘legitiem’ werden en ter preventie dat mogelijke maagden naar de hemel zouden gaan.
Gedurende de jaren ’90 heeft de Special Rapporteur van de Verenigde Naties kennis genomen van de situatie in de Ghom, Tabriz en Ghazvin gevangenissen. In laatst genoemde gevangenis was er sprake van dat rechter Khaleghi seksuele avances maakte richting vrouwen en als zij daar niet op reageerden dan werden ze onderworpen aan martelingen en verkrachtingen. De rechter werd uit zijn ambt gezet en werd later ondervrager van gevangenen in Ghazvin.
De situatie aan het begin van dit millennium was als volgt; gevangenen werden bedreigd met verkrachting, bedreigd met verkrachting van familieleden of visuele weergaven van verkrachtingen werden door ondervragers uitgesproken met traumatische gevolgen voor gevangenen. In sommige gevallen zijn er bij verkrachtingen voorwerpen zoals flessen gebruikt. Ook is er een Canadees Iraanse fotojournalist op zo een brute wijze verkracht dat ze overleden is aan haar verwondingen. De Verenigde Naties heeft in de persoon van Special Rapporteur tegen vrouwengeweld nooit antwoord gekregen op de vraag of er verkrachtingen voorkomen in Iraanse gevangenissen.
Na de protesten van 2009 is er een speciale commissie opgericht die zich richt op de situatie van gevangenen na de verkiezingen. In samenwerking met de rechters en het nationale gerechtshof is men tot de conclusie gekomen dat er geen verkrachtingen hebben plaatsgevonden van gevangenen.
Volgens de Special Rapporteur tegen vrouwengeweld is het binnen de Iraanse wetgeving moeilijk bewijs te voeren voor verkrachtingen. Zo kan een vrouwelijk slachtoffer alleen haar zaak waar maken wanneer er mannelijke getuigenissen zijn. Indien dit onmogelijk is kan een vrouw schuldig worden bevonden voor overspel. Verkrachtingen binnen gevangenissen is zowel binnen de Iraanse als internationale wetgeving verboden en wordt gezien als (fysieke) marteling. Artikel 38 van de Iraanse wetgeving stelt dat iedere vorm van marteling om een verdachte te laten bekennen of ter bevordering van informatievoorziening verboden is. Het internationale recht stelt dit ook binnen het Verdrag tegen Martelingen, Iran heeft dit verdrag niet geratificeerd. Echter, het Verdrag inzake Burger en Politieke Rechten is wel geratificeerd door Iran en stelt in artikel 7 dat niemand slachtoffer mag worden van marteling, onmenselijk of vernederde behandeling.
Hieronder vindt u de samenvatting van de getuigenissen welke zijn afgelegd door Saeedi Siabi, Mojtaba Saminejab, Maryam Sabri, Matan Yar en Sorrour.
Saeedi Siabi, 21 jaar
Zweepslagen met kabels, touwen en leer, vastgebonden aan bed, brandwonden, bedreigd met verkrachting,verkrachting, groepsverkrachting.
Saeedie Siabi is in 1981 opgepakt en heeft 4,5 jaar in de gevangenis doorgebracht. Zowel haar familie als de familie van haar man waren politieke activisten en tegen de groeiende invloed van geestelijken binnen het regime. Op dezelfde dag van arrestatie werd ze gemarteld aangezien ze geen namen en adressen van familieleden wilde geven. Haar vier maanden oude baby was ook aanwezig in de gevangenis en werd na een week van haar afgenomen. Vanaf dat moment werd ze bedreigd met verkrachting. Na ongeveer twee weken werd ze voor de eerste keer verkracht, enkele dagen later werd ze verkracht door meerdere mannen tegelijkertijd. Gedurende de derde week kwam de hoofd bewaker Saeedi opzoeken in haar cel om schone kleren voor haarzelf en kind aan te bieden en genoeg melk in ruil voor seksueel contact. Dit weigerde ze waarna ze verkracht werd in het bijzijn van haar zoon (deze werd in de tweede week teruggeven). Na een maand van marteling besloot de gevangenis via speakers het martelen van haar man live af te spelen. Suïcidale gedachten kwamen hierna naar boven. Haar man werd in 1983 vlak voor het Perzische Nieuwjaar geëxecuteerd op ten laste legging van heroïnesmokkel. Saeedi Siabi hoorde twee maanden later van de executie van haar man. In 1984 werd ze vrijgelaten en woont momenteel in Canada.
Mojtaba Saminejab, 24 jaar
mishandeling, ontzegging van advocaat, arrestatie zonder veroordeling, vastbindingen, elektrische schokken , psychologische mishandeling, bedreiging met verkrachting.
Mojtaba heeft twee keer in de gevangenis gezeten. De eerste keer gedurende 88 dagen in 2004, de tweede keer in 2005 voor een periode van 21 maanden. Als blogger werd hij door het ‘Internet Comité’ schuldig bevonden aan het beledigen van Ayatollah Khomeini, Ayatollah Kamene’i en de profeet Mohammed, op laatstgenoemde staat de doodstraf. Hij werd gearresteerd en meegebracht naar de Evin gevangenis. Hier werd hij meteen bedreigd met marteling terwijl de reden van zijn arrestatie nog niet aan hem bekend was gemaakt. Pas op de vijfde dag kreeg hij zijn veroordeling op een blaadje te zien – misdaden tegen nationale veiligheid en het verstoren van de publieke opinie- en werd hem geadviseerd deze te tekenen. Mojtaba weigerde de veroordeling te tekenen en het verzoek om een advocaat werd afgewezen aangezien hij daar geen recht op zou hebben. Al snel werd er een plastic zak over zijn hoofd gedaan, werd hij vastgebonden en onderworpen aan elektrische schokken. Nadat hij zowel fysiek als psychologisch verder onder druk werd gezet ging hij in hongerstaking waarna de fysieke mishandelingen verminderden. Echter, de psychologische druk werd opgevoerd daar hij bedreigd werd met verkrachting een rotanstok. Nadat duidelijk werd dat er geen bekentenis in zat werd hij op de 88ste dag vrijgelaten. Hierop bezocht Mojtaba het kantoor van Shirin Ebadi, dook er onder, en schreef brieven naar het Islamitische Mensenrechten Centrum, voormalig president Khatami en Ayatollah Shahroodi. Binnen twee weken werd hij door zijn ondervrager voorgeleid daar hij geen informatie mocht delen met anderen over zijn verblijf in de gevangenis. Gedurende twee dagen werd hij in quarantaine gezet in de Evin gevangenis waarna overplaatsing naar de Qezal Hessar gevangenis plaatsvond. Al snel werd Mojtaba getuige van verkrachtingen door oudere gevangenen aan het adres van jongere gevangenen. Mojtaba werd schuldig bevonden aan het beledigen van Khomenei en Khamene’i en heeft 21 maanden gevangen gezeten. Zowel de gevangenen als de bewakers waren op de hoogte van de vele verkrachtingen die plaats hebben gevonden maar verzetten zich niet daar het onderdeel was van de dagelijks routine. Zo werd een Afghaanse celmaat van Mojtaba door een bewaker verkracht waarna besloten is om een officiële klacht in te dienen met de celmaten als getuigen. Het slachtoffer werd bij het hoofdkwartier geroepen en teruggestuurd met droog fruit, snoep en chocola. De klacht was ingetrokken.
Maryam Sabri, 21 jaar
Psychologische mishandeling, arrestatie zonder veroordeling, marteling, bedreigd met verkrachting, verkrachting.
Maryam was student aan Tehran’s Art University en werd in 2006 lid van de politieke raad zonder voorkeur te geven aan een politieke partij. In 2007 verbood de integriteitsraad van de universiteit Maryam nog lessen te volgen waarna ze gedurende de verkiezingen politiek actief werd voor presidentskandidaat Mousavi. Op 30 juli 2009 werd ze gearresteerd door agenten in burgers waarna ze geblinddoekt naar een detentiecentrum werd gebracht. Nadat ze driemaal door meerdere mannen ondervraagd was werd ze bedreigd met verkrachting. Gedurende de vierde ondervraging werd Maryan verkracht. Gedurende de vijfde, zesde en zevende ondervragingsronde, welke door verschillende mannen werden uitgevoerd, werd ze wederom verkracht. Eén van de bewakers stelde voor dat ze zou collaboreren tijdens de demonstraties. Ze stemde in en kwam op 14 augustus vrij. Hierna vluchtte ze naar Turkije waar ze contact opnam met de Verenigde Naties en een applicatie indiende. Via haar neef kreeg ze te horen dat haar vader was gearresteerd en samen met haar broer bekenden ze op tv dat de verkrachtingszaak van Maryam vals was.
Matan Yar (pseudoniem) 20 jaar
Arrestatie zonder veroordeling, marteling, elektrische schokken, verkrachting, groepsverkrachting.
Matan werd op zijn twintigste gearresteerd op verdenking van homoseksuele handelingen in een park. Gedurende zijn verblijf van twee à drie weken in een detentiecentrum te Esfahan werd hem gedwongen ‘Lewat’ te bekennen en informatie op te geven van andere homoseksuelen. Lewat is de gangbare term voor twee mannen die gemeenschap met elkaar hebben (gehad) en hier staat de doodstraf op. Na weigering werd Matan aan marteling onderworpen. Hij werd onderste boven gehangen waarna hij met ijzeren staven geslagen werd en onderworpen aan elektrische schokken. Na enige tijd werd hij beschuldigd van het organiseren van de bijeenkomst in het park aangezien hij een auto bezat. Hierop werden de martelingen geïntensiveerd waarna Matan besloot een formulier te ondertekenen waarin Lewat werd bekend. Bij overplaatsing naar Dastgerd werd een medisch onderzoek verricht dat concludeerde dat Matan fysiek niet geschikt was voor detentie. De politie van Esfahan overtuigde de gevangenis en binnen enkele uren zat Matan ondanks zijn verwondingen weer vast. Na drie weken werd Matan door medewerkers van de gevangenis meerdere malen verkracht, waaronder groepsverkrachting. Door toedoen van een juridisch mankement kreeg hij een tijdelijke status en werd er een borgsom bepaald. Zijn oom betaalde dit waarna hij richting Turkije vluchtte.
Sorrour (pseudoniem)
Arrestatie zonder veroordeling, marteling, verkrachting door middel van voorwerp.
Sorrour is een Koerdische activist wiens vader behoort tot de Mangur stam, een Koerdische stam welke de Islamitische Republiek van Iran militair ondersteunt. Na enige tijd ontdekte Sorrour door de vondst van een Basij kaart dat zijn vader lid was van deze organisatie. Hij en zijn moeder doken onder waarna de politie Sorrour oppakte. Op het politiebureau werd Sorrour wakker gehouden en geslagen met ijzeren staven waardoor hij doof werd. Sorrour werd vastgebonden door twee mannen waarna één man een fles bij hem inbracht en verder martelde. Na enige tijd mocht hij het politiebureau verlaten en vluchtte naar Turkije waar hij lid werd van de Koerdische Democratische Partij.
http://www.iranhrdc.org/english/publications/reports/3401-surviving-rape-in-iran-s-prisons.html