Tweede Kamer wil Iran voor het internationale gerecht slepen

De Tweede Kamer wil dat de regering onderzoekt of Iran voor het internationale gerechtshof gedaagd kan worden omdat de Islamitische Republiek weigert om Nederlands ambassadepersoneel toegang te verlenen tot Nederlanders in Iraans gevangenschap. Groenlinks diende hiertoe een voorstel in, dat door het parlement is aangenomen. Het parlement hoopt hiermee hulp te forceren voor de Nederlands-Iraanse Al-Mansouri, die in Iran gevangen zit. Daarnaast werd een voorstel van het CDA aangenomen om de zorgelijke serie executies in Iran in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties te bespreken. De regering moet onderzoeken of Iran ook voor die uitwassen voor het internationale gerecht kunnen worden gedaagd.

Op dinsdag breidde de diplomatieke crisis tussen Iran en Nederland zich verder uit. Op maandagmiddag verscheen de Iraanse ambassadeur niet op het ministerie toen hij daartoe was gesommeerd. Ook telefonisch bleek hij niet bereikbaar te zijn. Eerder op de dag had minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken al besloten de Nederlandse ambassadeur in Teheran naar Nederland terug te halen. Op dinsdag meldde de Iraanse ambassadeur zich alsnog op het ministerie. Op dinsdagochtend verklaarde de woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Ramin Mehmanparast, dat Nederland onder het mom van mensenrechten opkomt voor een drugsdelinquent. Daarnaast zei hij dat Nederland terroristische organisaties steunt, schijnbaar in een verwijzing naar de Mujehaddin-e-Khalq waarvan veel leden in West-Europa wonen. In een poging de crisis tussen de landen te sussen stelde D66-leider Alexander Pechtold voor om voormalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot als bemiddelaar aan te stellen.

De relatie tussen Den Haag en Teheran escaleerde sinds de Nederlands-Iraanse Zahra Bahrami op 29 januari plotseling in Iran werd geëxecuteerd. Zij was ter dood veroordeeld voor een drugsdelict, maar een eerlijk proces heeft zij nooit gekregen. In Iran zitten nog meer Nederlanders gevangen, waarvan vier de doodstraf zouden riskeren.

Bron: de Volkskrant, Elsevier