Iraniërs in Nederland vinden bevriezen van diplomatieke banden met Teheran niet genoeg

Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal heeft na de plotselinge executie van de Nederlands-Iraanse Zahra Bahrami, afgelopen zaterdag, de diplomatieke banden met Iran bevroren. Volgens velen in Nederland was de reactie van de Minister ondermaats, desalniettemin werd de Nederlandse ambassadeur in Teheran op het matje geroepen. Op het Iraanse departement kreeg de ambassadeur toelichting op de behandeling van drugshandelaren in Iran. Het Iran Comité en Iraanse diasporaorganisaties riepen de Nederlandse regering direct na de executie al op de ambassadeur uit Iran terug te trekken.

Minister Rosenthal verklaarde in niet mis te verstane woorden de executie te veroordelen. Tegenover het NRC Handelsblad zei hij dat het een feit is dat in Iran een “barbaars regime” zetelt. Daarnaast zei hij “voor het lapje” gehouden te zijn door de Iraanse ambassadeur, die hem op vrijdag nog verzekerde dat de juridische mogelijkheden voor mevrouw Bahrami nog niet waren uitgeput. De Minister zegt alles te hebben gedaan om mevrouw Bahrami te redden. Daarnaast hecht hij er aan de Nederlandse ambassadeur in Teheran te houden, zodat die zich voor de veiligheid van de nabestaanden van mevrouw Bahrami en andere Nederlanders in Iran kan blijven inzetten. Het AD berichtte dat er in Iran nog vier Nederlanders gevangen zitten die de doodstraf riskeren.

Veel Iraniërs in Nederland nemen echter geen genoegen met de woorden van Minister Rosenthal. Bij een demonstratie voor de Tweede Kamer, op dinsdag, georganiseerd door de Iranian Progressive Youth (IPY), lieten zij weten de reactie van de Minister zwak te vinden. Zij willen dat alle diplomatieke banden met Iran worden verbroken en dat de Nederlandse ambassadeur uit Teheran wordt teruggetrokken. Voorzitter Frank van Dalen van het Iran Comité had zaterdag al verklaard dat de executie van Bahrami “een provocatie” was waarop de relatie verbroken moeten worden. Marietje Schaake, Europarlementariër namens D66, riep de EU op mensenrechtenschenders te bestraffen door hun tegoeden te bevriezen en hun toegang tot Europa te weigeren.

Mevrouw Bahrami was ter dood veroordeeld wegens drugsbezit. Overigens werd maandagavond bekend dat mevrouw Bahrami ook in Nederland al eens een straf had uitgezeten voor een drugsdelict. Minister Rosenthal liet weten dat het verleden van mevrouw Bahrami los staat van haar veroordeling in Iran. Wat vast staat is dat mevrouw Bahrami geen eerlijk proces heeft gehad en geen gelegenheid tot beroep heeft gekregen. Zij is geëxecuteerd zonder dat zij contact heeft kunnen hebben met haar familie of advocaat, die haar ophanging via de media moesten vernemen. Mevrouw Bahrami werd opgepakt na te hebben deelgenomen aan demonstraties tegen het regime in Iran. Maanden later werd haar naast oppositionele activiteiten ook de beschuldiging van drugsbezit ten laste gelegd. Haar rechtszaak voor ‘acties tegen het regime’ zou deze maand plaatsvinden.

Bron: AD, NRC Handelsblad, NU.nl, Volkskrant