De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft gisteren met een flinke meerderheid een resolutie aangenomen die de mensenrechtenschendingen in Iran veroordeelt. In de afgelopen twintig jaar heeft de Algemene Vergadering meer van zulke resoluties tegen Iran aangenomen, maar nog nooit met een zo overweldigende steun van 78 stemmen voor (met 45 tegen en 59 onthoudingen). De resolutie sprak van “een grote zorg over de herhaaldelijke en voortdurende serieuze mensenrechtenschendingen” in de Islamitische Republiek.
De resolutie noemde een hele serie van misstanden, zoals “de geïntensiveerde vervolging van mensenrechtenverdedigers en meldingen van excessief geweldsgebruik, bedenkelijke arrestaties, oneerlijke rechtsprocessen en beschuldigingen van martellingen”. Daarnaast vestigde de resolutie de aandacht op de ongelijke behandeling van en geweld tegen vrouwen en de discriminatie van geloofsminderheden. Een hele paragraaf werd gewijd aan de vervolging van de Bahá’í-gemeenschap in Iran. De misdaden tegen de Bahá’ís werden opgesomd als “pogingen om de Bahá’ís te volgen en te registreren, willekeurige opsluitingen, uitsluiting van hoger onderwijs en economisch zelfonderhoud, de beslaglegging op en vernietiging van eigendommen en de vernielingen aan begraafplaatsen.” Ook werd de rechtsgang en veroordeling van de zeven leiders van de Bahá’í-gemeenschap in Iran veroordeeld.
De Internationale Federatie voor Mensenrechten (FIDH) en de Iraanse Liga voor de Verdediging van Mensenrechten uitten gisteren ook hun zorgen over de toegenomen staatsrepressie in Iran. Zij publiceerden een lijst van activisten die de afgelopen tijd het slachtoffer zijn geworden van onrechtvaardige vervolging.
– Documentenmaker Jafar Panahi werd op 20 december tot zes jaar cel veroordeeld. Voor de komende twintig jaar mag heen geen films meer maken, interviews geven of naar het buitenland reizen. Met hem werd ook zijn collega Mohammad Rasulof tot dezelfde straf veroordeeld. Zij werden ervan beschuldigd propaganda tegen de staat gemaakt te hebben.
– Op 19 december werden zes individuen gearresteerd die zich inzetten voor de vrijheid van meningsuiting. Zij zijn sindsdien verdwenen zonder aanvullende informatie over hun welzijn.
– De economist Fariborz Ra’ees-Dana werd op 19 december gearresteerd, enkele uren nadat hij in een interview voor de Perzische BBC zich kritisch had uitgelaten over het economische beleid van President Ahmadinejad. Ra’ees-Dana’s advocaat heeft sindsdien geen informatie kunnen inwinnen over de welzijn of locatie van zijn cliënt.
– Ook werden gearresteerd: Hadi Haydari (een striptekenaar voor reformistische kranten), Alireza Taheri (een regisseur en grafisch ontwerper), Fatemeh Arabsorkhi (wiens opsluiting waarschijnlijk verband houdt met haar reeds opgesloten vader), Mohammad Shafi’i en Abdolfazi Tabarzadi.
– Op 7 december werd het dagblad Shargh gesloten, waarna zes redacteuren en correspondenten werden gearresteerd. Waar zij zich bevinden is nog altijd onbekend.
– Saeed Malekpur hoorde op 7 december te horen dat hij ter dood is veroordeeld. De aanklacht tegen hem luidde het voeren van oorlog tegen god (moharebeh), corruptie op aarde, heiligschennis, propaganda tegen de staat en het beledigen van de staatshoofd. Malekpur was een student in Canada toen hij in oktober 2008 bij aankomst in Iran werd gearresteerd. In een brief uit de gevangenis uit maart 2010 meldde hij verschrikkelijk gemarteld te zijn waarna hij alle misdaden die hem ten laste waren gelegd bekende.
Deze toegenomen druk op voorvechters van mensenrechten vindt plaats terwijl er al 40 journalisten en bloggers gevangen zaten. Zij zijn veroordeeld tot een lange opsluiting en zullen daarna van hun beroep worden uitgesloten. Een eerlijke rechtsgang hebben zij niet gekregen.
