
Op 24 juli verzochten de advocaten – geheel in lijn met de Iraanse wetgeving – om de zeven op borgtocht vrij te laten. Twee dagen eerder was namelijk weer een formele periode van twee maanden voorarrest verstreken. Op 28 juli 2010 werden de gevangen bahá’ís meegenomen naar het kantoor van de rechter die hun zaak onder zijn hoede heeft. Ook een juridisch adviseur was daarbij aanwezig. De rechter deelde hen mede dat hun voorarrest opnieuw met twee maanden was verlengd met ingang van 22 juli.
De advocaten hebben inmiddels schriftelijk bezwaar ingediend tegen deze gang van zaken. Zij stellen dat er geen enkele juridische basis is voor de weigering om de zeven op borgtocht vrij te laten.
De zeven gevangenen zijn: Behrouz Tavakkoli en Saeid Rezaie; Fariba Kamalabadi, Vahid Tizfahm, Jamaloddin Khanjani, Afif Naeimi en Mahvash Sabet.
De internationale bahá’í-gemeenschap heeft opnieuw duidelijk stelling genomen tegen de behandeling van de zeven bahá’í-leiders in Iran. Ook nu wordt de handelswijze van de rechter scherp veroordeeld en wordt de Iraanse overheid verantwoordelijk gehouden voor dit verschrikkelijke onrecht. Wereldwijd hebben de afgelopen maanden en jaren tal van regeringen, parlementen en mensenrechtenorganisaties hun afschuw over de gevangenhouding van de bahá’ís in Iran uitgesproken. Die afschuw is nog versterkt toen dit jaar bekend werd dat de zeven onder onmenselijke omstandigheden vast worden gehouden. De internationale bahá’í-gemeenschap roept opnieuw de Iraanse overheid op tot onmiddellijke vrijlating van de zeven bahá’í-leiders.
Den Haag, 6 augustus 2010
Klik hier voor meer informatie