Vorige week sloten Iran en de P5+1 landen een raamwerk akkoord over het Iraanse nucleaire programma. Dit om de productie van een kernbom door Iran te voorkomen. Vanuit Iran wordt gesteld, dat een uitgewerkt akkoord (per 1 juli) er alleen zal komen, indien alle details zijn ingevuld. Verder eist Teheran, dat na de totstandkoming van een allesomvattend verdrag alle sancties direct worden opgeheven. Met een gefaseerde opheffing van de sancties, zal Iran niet akkoord gaan. Zowel de Iraanse president Rouhani als de Opperste Leider Khamenei hebben zich hierover publiekelijk uitgelaten. Op 9 april liet Khamenei zich daarover nogmaals krachtig over uit: “wat tot nu toe is gedaan is geen garantie dat een allesomvattend akkoord er zal komen”. De VS houdt vast aan een geleidelijke opheffing van de sancties. In het basisakkoord is vastgelegd, dat Iran zijn voorraad verrijkt uranium zal verminderen en Teheran is ermee akkoord gegaan dat inspecteurs van het Internationaal Atoom Gezelschap Iraanse nucleaire capaciteiten controleren.
In Nederland is het basisakkoord door de VVD met gemende gevoelens ontvangen. VVD-fractievoorzitter, Halbe Zijlstra schrijft in een artikel voor NRC, dat het verdrag een “historische fout” zou kunnen zijn. De inhoud van de nu ter tafel liggende overeenkomst zou Iran wel eens de ruimte kunnen geven om binnen een jaar een kernbom te produceren, aldus Zijlstra. “Dit akkoord maakt de kans op militaire ingrijpen tegen Iran groter in plaats van kleiner (…) Een definitief akkoord zal de wapenwedloop in het Midden-Oosten versnellen. De adempauze zal Iran de mogelijkheid bieden om de virulent anti-Israel terreurorganisaties Hama en Hezbollah van wapens te voorzien, zodat het land niet zelf tegen Israel ten strijde hoeft te trekken.
De minister van Buitenlanse Zaken, Bert Koenders, noemt het verdrag “een belangrijke doorbraak”.
Zie verder:
VVD sceptisch over akkoord met Iran
Basisakkoord geen garantie dat een definitie verdrag er zal komen
