Iran heeft na de omstreden verkiezingen van 12 juli 4000 demonstranten gearresteerd, bevestigde een justitiewoordvoerder vrijdag. Na een week zouden er 3700 zijn vrijgelaten. De officiele aantallen arrestaties en doden zijn hoger dan aanvankelijk toegegeven en ook martelingen zijn bevestigd.
Volgens officiele regeringscijfers zijn bij de demonstraties tegen de omstreden verkiezingen in Iran dertig doden gevallen. Volgens een op getuigenissen van familieleden gebaseerde lijst met namen zijn het er zeker 69. Oppositieleider Mir Hossein Mousavi presenteerde die lijst vrijdag aan het parlement. Aangenomen wordt dat het werkelijke aantal hoger ligt, omdat niet alle families van slachtoffers zich durvan melden.
Er zijn ook arrestanten gemarteld. Een belangrijke Iraanse functionaris gaf zondag toe dat dit is gebeurd in het beruchte Teheranse cellencomplex Kahrizak. Volgens hem zou er echter niemand aan de martelingen zijn doodgegaan. Intussen is echter al de dood van drie arrestanten bekend. De staatsmedia zeggen dat zij stierven aan een virusziekte.
In een open brief aan ayatollah Rafsanjani schreef ex-presidentskandidaat Mehdi Karrubi dat gearresteerde betogers zijn mishandeld en ook “op beestachtige wijze zijn verkracht”. Medegevangenen hebben verklaard dat het ging om vrouwelijke gevangenen en jonge jongens.
De ayatolla Rafanjani heeft al eerder de behandeling van gearresteerde demonstranten bekritiseerd. Intussen zou Rafsanjani, aan wie de brief was gericht, sinds vrijdag geen voorganger meer zijn bij het op de staatstelevisie uitgezonden vrijdaggebed.
