Toon Teheran een vuist

Maandag komen de Europese leiders bijeen om over hardere sancties tegen Iran te praten. De EU heeft veel invloed als belangrijkste handelspartner. Gebruik die voor het te laat is|

In Teheran gebeurt van alles wat het daglicht niet kan verdragen. Een greep uit de gebeurtenissen van de afgelopen weken; mensen die vragen om vrijheid worden neergeslagen of doodgeschoten; een atoomgeleerde wordt op klaarlichte dag opgeblazen; een ayatollah maakt zich schuldig aan onbeschaamd antisemitisme.

Wat gebeurt daar toch allemaal en wat kunnen wij er aan doen? Dit gaan de Europese Ministers van Buitenlandse Zaken maandag bespreken. Zij zullen tot de conclusie moeten komen dat zij deze zaken een halt toe moeten roepen.

Sluier
Moord en doodslag was al aan de orde van de dag in de Islamitische Republiek Iran voordat de dunne sluier van democratie afgelopen juni werd opgelicht. Voorheen werden geloofsminderheden, overspelige vrouwen en homoseksuelen in het openbaar geëxecuteerd.

Die praktijken gaan gewoon door. Maar inmiddels richt de agressie van het Iraanse regime zich ook tegen de massa’s demonstranten die vragen waarom hun stem werd genegeerd bij de verkiezingen van afgelopen juni. Hun protesten duren nog altijd voort, en leidden eind december nog eens tot acht doden toen ordetroepen demonstraties neersloegen. Ook zitten nog steeds honderden mensen in Iraanse gevangenissen omdat zij zich tegen het regime durfden uit te spreken. De Iraanse regering wijst naar westerse regimes, die via hun handlangers de ‘harmonie’ in de Islamitische Republiek zouden verstoren. Maar Iraniërs hebben geen buitenlandse inmenging nodig om de leefomstandigheden onder de mullahs te verwerpen.

Ayatollah
In een toespraak op 5 januari wist Mesbah Yazdi, de hoogste ayatollah die opperleider Ali Khamenei nog steunt, de vijanden van de Islam te duiden. De betogingen tegen de gestolen verkiezingen behelzen ‘corruptie op aarde’, aangestuurd door ‘het meest corrupte volk op aarde’. Dat volk zijn natuurlijk de joden. Al deze ‘verdorvenen’ heeft hij met een fatwa ter dood veroordeeld.

Daarnaast werd vorige week een Iraanse kernfysicus, die openlijk zijn steun had uitgesproken voor oppositieleider Hossein Mir Moussavi, op straat opgeblazen. De aanslag werd niet opgeëist. Om verwijten aan het eigen adres voor te zijn, beschuldigde Teheran al gauw westerse geheime diensten, die met de moord het Iraanse nucleaire programma zouden willen ondermijnen. Er lijkt echter weinig bewijs te zijn dat de professor iets met het Iraanse atoomprogramma te maken had.
De man was bij Westerse instellingen niet bekend en ook Iraanse oppositieleden lijken het regime te verdenken. Maar als hij al vanwege het Iraanse kernprogramma is vermoord, dan had Teheran dit kunnen voorkomen door de gevraagde openheid van zaken te geven. Hoe dan ook kleeft er verantwoordelijkheid aan de Iraanse regering.
 
Delegatie
Ondanks de onrust in Iran probeerde een delegatie van het Europese parlement recent een bezoek te brengen aan het land.

Juist omdat de EU de belangrijkste handelspartner is van Iran heeft het de invloed om veranderingen teweeg te brengen

Hun programma bevatte alleen ontmoetingen met overheidsfunctionarissen, inclusief de hoogste machthebber in Iran, ayatollah Ali Khamenei. Het bezoek werd op het laatste moment door de Iraanse gastheren afgelast. Sommige delegatieleden verklaarden dat zij Iran wilden bezoeken om de mensenrechtensituatie aan te kaarten, maar een dergelijk bezoek zou het zetelende regime alleen maar internationale legitimiteit verschaffen.

Ondergronds
Het is inmiddels ruim zeven jaar gelden dat het (letterlijk) ondergrondse nucleaire programma van Iran werd blootgelegd. Sindsdien heeft de EU via onderhandelingen geprobeerd de verrijking van uranium te laten staken. Daarin is het gefaald. Inlichtingendiensten en Iraanse oppositiebronnen hebben ondertussen meer informatie over het Iraanse kernprogramma bemachtigd. Die informatie is uiterst zorgwekkend, variërend van geheime uraniumverrijkinginstallaties tot raketprogramma’s die kernkoppen kunnen leveren.

 

En de Iraniërs blijven bij hun stelling dat zij niets te verbergen hebben. Op 11 december verklaarden de Europese ministers dat het zo genoeg is geweest, en dat de tijd voor zwaardere sancties is aangebroken. Daar gaan zij maandag over onderhandelen. Hierbij kunnen zij meenemen dat Iran sleutelonderdelen van het voorstel van de internationale gemeenschap om de impasse op te lossen dinsdag officieel heeft afgewezen.
 
Juist omdat de EU de belangrijkste handelspartner is van Iran heeft het de invloed om veranderingen teweeg te brengen. Europese handel geeft de Iraanse machthebbers de middelen om het volk te onderdrukken. Niet alleen omdat het geld oplevert, maar ook omdat Iran zo hoogwaardige technologie bemachtigt. Europese elektronicagiganten als Nokia/Siemens leveren producten waarmee Iraanse autoriteiten het internetgedrag en de telefonie van hun burgers bespieden. Kredietverzekeringsmaatschappijen bevorderen nog steeds investeringen in Iran.

Brute onderdrukkers
De Iraanse economie is intussen sowieso grotendeels in de greep van de Revolutionaire Garde (IRGC), het leger van president Ahmadinejad dat het regime beschermt tegen haar ‘tegenstanders’. Deze brute onderdrukkers maken zich ook schuldig aan wapenproliferatie en terroristische activiteiten. De IRGC zou op de Europese terreurlijst geplaatst moeten worden, waardoor Europese bedrijven niet langer meer met de IRGC of één van haar vertegenwoordigers zaken mogen doen. In Nederland is hiertoe al een kamermotie aangenomen.

Het is aan Europese leiders om maandag over hardere sancties te besluiten. De moedige mensen die in Iran nog steeds de straat op durven gaan verwachten niet anders dan dat Europa een vuist laat zien.

Yanaï Bar is coördinator van het Iran Comité. Frank van Dalen is interimvoorzitter van het Iran Comité en kandidaat VVD-gemeenteraadslid in Amsterdam Het Iran Comité is een niet-gouvernementele organisatie met als doel informatie te geven over het atoomprogramma van Iran en over de mensenrechtensituatie daar.
Dit artikel werd op donderdag 21 januari gepubliceerd op de website van De Volkskrant.