Afgelopen vrijdag kwam het bericht dat Iran zich heeft teruggetrokken als kandidaat voor een zetel op de mensenrechtenraad van de VN. In deze capaciteit zou Iran, een notoire mensenrechtenschender, in staat worden gesteld te oordelen over mensenrechtenschendingen van andere VN-lidstaten. Twee weken geleden bracht Joël Voordewind, Tweede Kamerlid namens de Christen-Unie, de Iraanse kandidatuur in Nederland op de politieke agenda. Minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen heeft inmiddels navolging gegeven aan de oproep van Voordewind om zich tegen de Iraanse kandidatuur te verzetten.
De inspanningen van Minister Verhagen en andere westerse politici lijken zich te hebben uitbetaald. Afgelopen vrijdag meldden diplomaten dat Iran haar kandidatuur terugtrok. Iran heeft zelf nog niet gereageerd op het bericht. Peggy Hicks van Human Rights Watch verwelkomde de Iraanse terugtrekking.
Toetreding tot de mensenrechtenraad zou volgens de regels voorbehouden moeten zijn tot landen die zich actief inzetten voor de bevordering van mensenrechten. Iran behoort niet tot die groep, maar dat blijkt in de praktijk ook geen belemmering te zijn voor toetreding. Zo lijkt de kandidatuur van Lybië vrijwel automatisch gehonoreerd te zullen worden, aangezien het geen tegenstander heeft die meedoet aan de verkiezingen.
Bron: YahooNews
