Ahmadinejad heeft zijn in opdracht van Khamenei ontslagen vice-president een dag later al benoemd tot zijn adviseur. Zijn aanvaring met de ayatolla Khamenei is misschien nog niet afgelopen. Ahmadinejad heeft zijn steun echter meer dan ooit nodig, want de oppositie tegen zijn verkiezing wordt steeds breder.
Vorige week al kreeg Ahmedinejad een nauwelijks verhuld conflict met de Ayatolla over Ahmadinejads benoeming van Esfandiar Rahim Mashai, een aangetrouwd familielid, tot belangrijkste vice-president. Khamenei liet weten dat de president zijn nieuw benoemde tweede man moest ontslaan, en zette Ahmadinejad publiekelijk onder druk toen hij deze opdracht een paar dagen lang negeerde. Uiteindelijk gaf Ahmadinejad toe. Mashai is sinds vrijdag vice-president af – maar is sinds zaterdag terug als Ahmedinejads adviseur.
De afgelopen week toonde een grote verdeeldheid in alle Iraanse machtscentra. Of deze strijd zal doorzetten en wat de uitkomst ervan zal zijn, is verre van duidelijk. Ook als Ahmadinejad vervangen zou worden door een van zijn opposanten, verandert dat niet werkelijk iets aan het regime van de mullahs, die de werkelijke macht hebben. Als de positie van Khamenei echter ondergraven wordt, kan dat veel verder strekkende gevolgen hebben.
Mir Hussein Mousavi, de oppositieleider die stelt dat hij vorige maand de presidentsverkiezingen zou hebben gewonnen als die eerlijk waren verlopen, kondigde zaterdag aan dat hij een ‘brede sociale oppositiebeweging’ ging vormen. Mousavi verzet zich tegen de regering-Ahmadinejad en wil een meer open politiek systeem.
Een andere oppositieleider, de als hervormingsgezind aangeduide ex-presidentskandidaat Mehdi Karoubi, uitte zaterdag scherpe kritiek op de behandeling van de politieke gevangenen. Khamenei’s broer Hadi heeft zich bij Karoubi aangesloten. (Zelfs Khamenei’s eigen familie is verdeeld: zijn oudste zoon Mojtaba werkt voor Ahmadinejad en zou een trouw aanhanger van hem zijn.)
Mohammad Khatami, de als hervormingsgezind bekend staande vorige president, riep vorige week op tot een referendum over de regering.
Mousavi, Karoubi en Khatami drongen zaterdag gezamenlijk aan op de vrijlating van de politieke gevangenen die na de verkiezingen zijn gemaakt.
Een tweede voormalig president, ayatolla Ali Akbar Hashemi Rafsanjani, bekritiseerde vorige week vrijdag in een preek de aanpak van de verkiezingen en de protesten daarna. Ook hij drong aan op het vrijlaten van de gevangenen en op meer vrijheid voor de media. Hij keerde zich hiermee indirect ook tegen Khamenei, een oude vriend van hem. Zijn preek werd, anders dan normaal, niet uitgezonden op de staatstelevisie: in plaats daarvan werd er een kookprogramma ingelast.
Rafsanjani is hoofd van de Raad van Experts. Die heeft de taak om het werk van de Grote Leider, in dit geval ayatollah Khamenei, te beoordelen en in theorie mag de Raad hem zelfs ontslaan uit zijn functie. Maar een meerderheid van die raad stelde zich in een verklaring achter Khamenei en Ahmadinejad.
Er lijkt ook verdeeldheid te zijn onder de ayatollahs. Er zijn ongeveer tien groot-ayatollahs in Iran, de hoogste geestelijke rang. Weinig of geen van hen hebben Ahmadinejad gefeliciteerd met zijn officiele herverkiezing, hetgeen normaal zou zijn geweest. Daarentegen hebben voor zover bekend zes van hen meer of minder openlijk de regering bekritiseerd. Vorige week sprak een van hen een fatwa uit (een religieus oordeel) dat de installatie van Ahmadinejad gepast was. Sterker, hij uitte openlijk kritiek op de echte leider van het land, ayatollah Ali Khamenei.
Wat dit alles te betekenen heeft en waar het toe zal leiden, is onderwerp van veel speculaties. Een Iraanse columnist in Newsweek ziet hierin een verschuiving van de macht van de geestelijken naar het leger, met de niet-geestelijke Ahmedinejad met zijn militair verleden als exponent en met een dubbelrol voor Khamenei, de ayatollah die ook nauwe banden heeft met de Revolutionaire Garde. Maar ook deze columnist weet het conflict tussen deze twee niet te duiden.
Het feit dat er nauwelijks verhulde kritiek wordt geuit tegen Khamenei lijkt bijna een ondergraving van het mullahregime. Dat gaat uit van de opperheerschappij van de Shiitische geestelijkheid, waarbinnen de Grote Leider, dwz Khamenei, wordt gezien als een onfeilbare bron van wijsheid die door de profeet Mohammed zelf is aangewezen. Daarbij past geen kritiek, en zeker niet van andere ayatolla’s.
Andere commentatoren zien juist een vergroting van Khamenei’s macht in het conflict over de vice-president: tot nu toe bemoeide Khamenei zich niet rechtstreeks met de samenstelling van de regering.