n afwachting van overleg binnen de VN-Veiligheidsraad over nieuwe sancties tegen Iran, lijkt in de westerse wereld de vastberadenheid Teheran aan te pakken te groeien. Vorige week verklaarde de Koninklijke Nederlandse Shell niet langer benzine aan Iran te zullen verkopen, en begin deze week lieten verschillende Europese beleidsbepalers weten dat er binnen de Europese Unie consensus bestaat over unilaterale sancties.
Op 11 maart bevestigde Shell nieuws in buitenlandse berichten dat het de leveranties van bewerkte olie aan Iran zou staken. Het bedrijf gaf geen verklaring voor de beslissing. Eerder al gaven grote bedrijven als Siemens, Munich Re, Vitol e.a. te kunnen hun zaken met Iran te beëindigen. Het Iran Comité juicht de beslissing van Shell toe, en wijst er op dat het vorig jaar tijdens de aandeelhoudersvergadering van het bedrijf hiertoe opriep. De internationale druk op bedrijven om hun zaken met Iran te staken neemt toe, terwijl de internationale druk op de Islamitische Republiek spoedig in sancties vertaald zal worden.
Gespeculeerd wordt dat de VN-Veiligheidsraad in de komende maanden over nieuwe sancties tegen Iran zal beslissen. De enige dwarsligger met vetorecht lijkt op dit moment nog China te zijn. Op zaterdag verklaarde de Finse Minister van Buitenlandse Zaken Alexander Stubb dat er in de EU consensus bestaat over het unilateraal opleggen van sancties tegen Iran als de Veiligheidsraad niet hiertoe besluit. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner bevestigde de woorden van Stubb op zondag.
Iran staat onder druk omdat het geen openheid van zaken wil geven over haar nucleaire programma. Teheran zegt dat het energie wil opwekken met haar atoomprogramma, het westen vreest dat Iran aan een atoombom werkt.
